Zowel golf als zee.

Ik ken het beeld al lang, maar tijdens de recente retraite met Hans Knibbe kwamen nieuwe betekenislagen tevoorschijn. Het blijft een krachtig beeld, waarbij de golven staan voor onze psychologische constellatie, voor onophoudelijke gedachtestromen en zorgelijk rumoer.
De zee staat voor de diepere, tijdloze dimensie van onze geest. De open, grenzeloze ruimte van Zijn, zoals non-dualiteit wordt genoemd in Zijnsoriëntatie.
We zijn zowel golf als zee, maar we identificeren ons meestal met de golven. In dit artikel probeer ik te onderzoeken waarom we ons iedere keer afsplitsen van de heelheid die er al is. En waarom het zo jammer is dat we dan scheef gaan hangen en uit balans zijn.

De golven kennen we het best. Ze drijven altijd boven, zijn zichtbaar, voelbaar en levendig. Ze tonen zich vaak in gepieker, destructieve gedachtes en bezorgdheid. Ze houden ons wel bezig. Ze blijven aan de gang. Ze duiken op als pieken van angst of bezoedeld schuim vol vermoeidheid of frustratie. Ze zijn ook de struikelstenen op ons pad of de korte kik van genot en applaus.
Ik stel het nu wat denigrerend voor alsof het iets is waar we bovenal van af moeten geraken. Dat is onbegonnen werk en niet zo vruchtbaar. Golven horen bij de zee, ze nemen soms prachtige vormen aan, ze zijn niet te dirigeren, te manipuleren of te isoleren.
Dat klinkt logisch en realistisch, maar toch steken mensen veel energie en tijd om de golven tot bedaren te brengen. Van alcohol tot pillen, van oplossingsgerichte therapieën tot new age: alleen een zacht kabbelende golfslag is welkom!

Dat angstvallige zit verweven in alle segmenten van ons leven. Zeldzaam flegmatiek klonk de reactie van een Britse vrouw op de wateroverlast in haar kuststad: ‘That ’ s nature, you can’t control it!’.
We zijn zo bang voor de storm dat beleidsmensen nu al drie dagen op voorhand waarschuwen voor gevaar. Moest het mogelijk zijn, dan stutten we elke boom rondom ons huis. Het leven valt stil en we graven ons in: storm op komst! Dat zegt veel over ons gevecht tegen het onoverkomelijke. De geschiedenis leert ons dat we nog nooit zo’n veilig en comfortabel leven hebben gehad, maar toch voelen we ons onthand en bang.

Het zijn natuurlijk veranderlijke tijden. Het klimaat en economische wetmatigheden kantelen en niemand weet naar welke kant. Liefdesrelaties worden korter en staan onder druk.
Maar we kunnen meester leren worden over onze geest en dus over ons leven. We kunnen leren zien dat alle bewegingen van onze geest maatschappelijke, psychologische en spirituele componenten heeft waar we wél zicht op kunnen krijgen. Om met dat laatste te beginnen: we kunnen leren op ons gemak te zijn met ongemak. We kunnen leren rusten in Zijn.

If you don’t become the ocean, you ‘ll be seasick every day. (Leonard Cohen)

We geven het niet graag toe, maar het liefst controleren we alles. Van het gedrag van onze kinderen en partner, tot het levenseinde: we maken graag onze eigen scenario’s. Zelfbeschikkingsrecht is misschien wel ons hoogst persoonlijke strijdros dat we van stal halen en aanjagen om de windmolens te lijf te gaan.

Begrijp me niet verkeerd. Uiteraard ben ik er voorstander van dat elk mens zijn leven inkleurt naar eigen inzicht en vermogen en gelukkig hebben we nu veel middelen om het lijden te verzachten. De fout die soms gemaakt wordt is dat ‘zelfbeslissers’ zichzelf zien als afgescheiden eilandjes, los gezongen van de ander en de stroom van het leven. Een eenzame golf, die niet meer voelt dat hij zee is. Eigenhandig kiezen voor de dood, of het nu gaat om zelfmoord of euthanasie, hakt er diep en levenslang in bij geliefden en verwanten als er niet de tijd en de ruimte genomen wordt om alle pijn en verdriet gezamenlijk te delen en te erkennen; om het afscheid op een open, liefdevolle manier te bespreken. Als je één draad bruusk doorknipt valt het hele weefwerk van relaties uit elkaar. Dat was pijnlijk zichtbaar in het tragische euthanasieproces.

Schrijver en psychoanalyticus Paul Verhaeghe verdenkt de neo-liberale maatschappij met zijn snelheid, streven naar perfectie, individualisme en graaizucht als oorzaak van zoveel eenzame gevechten. Dat is de maatschappelijke component en ten dele waar. Maar we zijn niet alleen willoos overgeleverd aan de waan van de dag, we kunnen er ook iets aan doen. De jonge generatie is gelukkig hoopvoller en schrijft dat de meeste mensen deugen! De wereld wordt geregeerd door psychopatische, narcistische en machiavellistische persoonlijkheden. Dat schrijft George Monbiot, auteur en columnist van The Guardian, die vindt dat iedereen die zich kandidaat stelt voor een nationale verkiezing, psychotherapie zou moeten volgen. Zodat we vertegenwoordigd worden door mensen die ‘bedachtzaam en zelfbewust zijn, gericht op samenwerking’. Hij pleit voor systemen die goedheid, empathie en emotionele intelligentie stimuleren, bijv. via participatieve democratie. Ook Hannah Arendt en Joke Hermsen pleiten voor meer stilte, een enlarged mentality en een ‘amor mundi’.

Als je dichter bij God wil komen, kom dan dichter bij de mensen. (Kahil Gibran)

Er is ook de psychologische component die ons onttrekt aan heelheid en verbinding. Dat raakt aan het evolutionaire DNA om onszelf als mensensoort ten alle koste in leven te houden. De minste bedreiging, zoals gevaar en pijn, jaagt het oudste deel van onze hersenen, het reptielenbrein, aan om actie te ondernemen. Het zijn de instinctieve fight, flight, freeze reacties die onbewust veel van ons gedrag beïnvloeden.
Wat er gebeurt is dat we de relatie verbreken om ons vel te redden en ons te behoeden voor afkeuring en pijn. Het zijn beschermingsmechanismen die we opgebouwd hebben tijdens ons leven. Het zijn de knipperlichten die gaan flikkeren als we in een voor ons bedreigende situatie komen. Die situaties zijn meestal terug te voeren naar oude ervaringen van liefdeloosheid uit onze kindertijd. Onbewust vechten we tegen of vluchten we voor een denkbeeldige vijand.
We menen dat we in een objectieve wereld leven, maar het is accurater om te zeggen dat we in een wereld leven die onze geest voor ons construeert.
Het is tenminste de buitenkant van onze geest, onze psyche, die alle ervaringen en waarnemingen vliegensvlug aaneen breit in een solide vlechtwerk. Het zorgt ervoor dat we ons veilig voelen, maar we zijn opgetrokken en raken opgesloten in een koker van isolement. We geloven dat niemand ons begrijpt. We geloven niet dat we beminnelijke wezens zijn en hebben moeite om liefde te ontvangen. We knippen onszelf los van relatie. We voelen ons niet meer verbonden met de dragende zee.

Nadeel is dat deze vijandige houding ook doorwerkt in de wereld en je je medemens verwondt. Knibbe noemt het een burgerplicht om je negativiteit te leren doorzien en jezelf te laten doordringen van onze intrinsieke verbondenheid met elkaar.

Daarvoor is niet alleen zelfonderzoek nodig, maar ook spirituele beoefening. Het is een doortocht maken van je oppervlaktegeest naar het ruimere sop van Zijn. Het is niet alleen ervaren dat we met alles verbonden zijn, maar dat we ook heel afhankelijk zijn en meedeinen met al wat leeft.
Historicus en filosoof Yuval Harari zegt dat hij dagelijks mediteert om helder te worden en compassie te ontwikkelen voor de mensen en de wereld.

In die helderheid en compassie kunnen we zien dat al onze daden, woorden en zelfs blikken anderen beïnvloeden. We zijn niet alleen afhankelijk van zuurstof, licht, planten, dieren en duizenden dingen en mensen, we worden er ook door gevormd en veranderd. We hebben elkaar nodig en je zou kunnen stellen dat we in een constante fijnmazige uitwisselingsstroom leven. We hebben er geen idee van wat ons brein, ons gevoel, ons gedrag, ons lichaam beïnvloedt.
Dat ontzagwekkende web van leven met haar fijne bedrading heeft me doen realiseren dat het niet oké is om onze dierenvrienden te blijven consumeren voor ons genot. Het is een vorm van gebrek aan sensibiliteit, respect en medeleven met het welzijn en de uniciteit van onze soortgenoten, los van het milieu aspect. Wie bepaalt wat van een hogere of lagere orde is en met welke criteria?

Spirituele beoefening is je angst voor de schaduw overwinnen vanuit het besef dat het licht dichtbij is. Geen schaduw zonder licht, geen golf zonder zee. Het is ophouden met corrigeren en geïnteresseerd geraken in de golven, die nooit los staan van de roerloze, weidse zee.

Je leest en hoort het nu wel vaker: we moeten spiritueler leven. Van gewone stervelingen tot rabiate atheïsten: we missen iets en hunkeren naar dat wat we moeilijk kunnen benoemen. Spiritualiteit gaat over het transparante en het lichte, het grootse en het onbenoembare, waarin alle ik-gerichtheid oplost in liefdevol Zijn. Het vergt moed om deze volstrekt ongrijpbare dimensie te vertrouwen en je ervoor te openen. Het vergt oplettendheid om je rigide denkkaders te overstijgen, stil te worden en een duik te nemen in de al vrije aard van je geest.

Liefde is een woord van licht, geschreven door een hand van licht, op een bladzijde van licht. (Gibran)

Het begint met het zoeken van verzachting voor het lijden, beseffend dat het niet te vinden is buiten onszelf of in kant en klare oplossingen. We proberen yoga of taiji en herstellen het contact met ons lichaam. We gooien lijntjes uit en maken verbindingen, zo goed en zo kwaad dat kan. We volgen een cursus mindfulness, laten ons coachen en begeven ons schoorvoetend op het holistische pad.

We hebben er allemaal een intuïtie van dat verbondenheid en grenzeloze liefde onze wezensaard is. Dat toont zich in vele gedaanten. Van weldadige rust, over ontroering, tot de vrede van onbekommerd Zijn. Van blozende, stralende liefde die kleeft aan elke kruimel van het universum, tot de realisatie van de lege, non-duale aard van alles.

We kunnen alleen gelukkig zijn als we gevend zijn en ons realiseren dat alles relatie is en niets op zichzelf bestaat. Straffer nog: de golven bestaan niet eens, het zijn tijdelijke vormgevingen van zee. Het is korte metten maken met het idee dat jij als ‘iets’ of als persoonlijkheid bestaat. Dat er hoegenaamd iets is dat helemaal van en uit zichzelf bestaat. Al heeft het me enige tijd gekost om me dit te realiseren, moet ik bekennen.

Eén keer stond ik sprakeloos. Dat was toen iemand mij vroeg: `Wie ben jij?’. (Gibran)

Liefde en lijden zitten op dezelfde plek, zei Hans Knibbe onlangs. Ik heb er lang op gekauwd. Vanuit onze conventionele optiek is het nog niet zo gemakkelijk om lijden te herkennen als liefde of non-duale leegte of openheid… allemaal schilderingen van Zijn.
Vanuit een hogere optiek, vanuit het spirituele perspectief, kan je zien dat het de allesomvattende liefde is die onophoudelijk duwt en trekt, die het lijden kust om herkend te worden als liefde. De liefde zoekt alleen zichzelf te vervullen en vloeit altijd over. Ons gedoe en gekrakeel zijn als slikken en schorren: ze worden altijd weer ingenomen door het wassende water van Zijn.

Alsof de zee de golven nodig heeft om te wijzen op haar diepte. La mer, die alles grootmoedig in haar opneemt, zowel de giftige als de lekkere vissen. La mère, de bron die nooit opdroogt, die levengevend en voedend is.
Dat is de liefdevolle dimensie waar ik me elke dag in ent, als ik mediteer.
Dat is vrij zijn.

Ik besef dat het niet vanzelf komt en dat het lastige materie is. Ik ben, zoals de meeste mensen, meer gehecht aan drama dan aan dharma (de boeddhistische leer van Verlichting). Tegelijk kan ik me geen leven voorstellen zonder spirituele beoefening en meditatie.
Omdat het best een hoge kunst is, is het niet eenvoudig om goede trainingen en bekwame leraren te vinden.
Ik ben nog altijd blij met het Zijnsgeoriënteerde pad van levenskunst. Met Hans Knibbe als leraar, die al veertig jaar schaaft aan een werkbaar, spiritueel pad voor de westerse mens. Hij heeft mij het vertrouwen gegeven om dit werk uit te dragen.
Ik neem dit serieus en tegelijk beoefen ik lichtvoetigheid.
Je bent welkom!

Brugge,
14 februari 2020.